Blog 22 januari 2021
De eerste dagen na mijn chemokuur ben ik altijd erg moe, zeker van de dubbele kuur. De enkele chemokuur, die een week later volgt, heb ik inmiddels ook gehad. Nu kan ik een paar weken bijtanken en op krachten komen, voor de volgende shots. Mijn haar valt beetje bij beetje uit. Op mijn voorhoofd heb ik een kaal plekje. Gelukkig kan ik deze nog bedekken met een leuke chemo sjaal. Toch zal ik er binnenkort aan moeten geloven. Ik vind het zó heftig, dat ik het zo lang mogelijk uitstel. Ik én een kaal hoofd; ik kan en wil het me niet voorstellen. Als ik eraan denk, schieten de tranen in mijn ogen.
Mijn man is er heel bewust mee bezig. Regelmatig begint hij erover. Hij vindt het belangrijk dat ik, dat we, er samen naar toe groeien. Heel veel tijd hebben we tenslotte niet. Soms aait hij over mijn haar, soms kust hij mijn haar om als laatste mij een dikke pakkerd te geven. Als onze ogen elkaar dan vinden, hoeven we niets meer te zeggen; we voelen de pijn en de liefde tegelijk.
Heel internet heeft hij afgestruind om de beste chemo mutsjes te vinden voor me. Iedere keer komen we weer uit bij Belle Bonnet. Mijn huid is altijd al gevoelig en zij gebruiken uitsluitend natuurlijke stoffen, dat vind ik echt een pre. Alle chemo doeken, sjaals en mutsjes worden in hun eigen atelier gemaakt en ontworpen. Niks dertien in dozijn dus. En als ik er toch aan moet geloven, dan mag ik mezelf toch wel een mooi mutsje gunnen?! Ik weet nog dat mijn vriendin, die een paar jaar geleden kanker had, gek werd van de stiksels. Continue ging het mutsje op en af. Ze kon niet zonder en niet met. Ze tipte me heel lief; ‘Let alsjeblieft op de kwaliteit en hoe het afgewerkt is. Je kunt beter iets meer betalen en het mutsje zit goed en lekker, dan dat je er dag en nacht mee vecht. Je hebt al genoeg om tegen te vechten’.
Wat ik ook leuk vind, is dat ze elk half jaar een nieuwe collectie hebben. Zo kan ik er toch een beetje hip uitzien. Noem me een zeur; ik vind dat ik best een beetje ijdel mag zijn. Er zijn genoeg dagen dat ik me minder voel, een stijlvol chemo mutsje kan me dan een beter gevoel geven.
3 dagen later
Als ik wakker word, zie ik dat mijn man al uit bed is. Ik rek me uit en kom langzaam overeind. Het zonnetje schijnt voorzichtig door de spleet van de gordijnen. Dat ziet er uit als een fijne dag.
Als ik me aankleed, zie ik op mijn kussen heel veel haar liggen. Een schok gaat door mijn lijf en voor even sta ik aan de grond genageld. Ik verman me en loop rustig naar beneden. Ik doe net alsof er niets aan de hand is, neem ik me voor. Als mijn man me vrolijk begroet met een ‘goedemorgen’, breek ik. Tranen rollen over mijn wangen en ik krijg geen woord uitgebracht. Mijn man pakt me stevig vast: ‘Laat het maar gaan’. Door die goedbedoelde woorden begin ik te snikken als een klein kind. Mijn man duwt me een beetje van zich af, zodat hij me kan aankijken. ‘Liefje, wat is er dan toch?’ ‘M’n… mij… mijn haar’, krijg ik er nog net uit. Hij houdt me weer in zijn armen, ik huil, we zeggen niets. Geen idee hoelang we zo staan. We voelen dat het vandaag d-day is. Dé dag waarop ik mijn haar adieu moet zeggen.
De dag kabbelt voort. We wandelen een stuk, ik rust, maar kan niet slapen. Het enige dat door mijn hoofd spookt is de tondeuse. Bijna de hele dag door voel ik aan mijn haar. Op mijn hoofd, aan de punten en ik stop ze nog een keer achter mijn oor. Bij iedere keer denk ik; nu kan het nog.
Na het avondeten zeg ik tegen mijn man: ‘Wil je me vanavond helpen?’ Hij legt zijn hand op de mijne en knikt.
Een paar dagen geleden heb ik twee chemo mutsjes besteld bij Belle Bonnet. Een slaapmutsje en een sjaalmutsje. De sjaal kun je op verschillende manieren strikken of knopen, zodat je iedere keer een ander mutsje krijgt. De sjaal is ook vervangbaar waardoor je eindeloos kunt combineren.
Ik heb gekozen voor een sjaalmutsje, omdat ik de sjaal ook over mijn schouder kan laten hangen. Hopelijk heb ik dan toch nog een beetje het gevoel dat ik lang haar heb. Op de site staan ook knoop- en strikinstructies, zodat je iedere keer een andere look kunt creëren. Met mijn man heb ik afgesproken dat we vlak voordat we naar bed gaan, mijn haar gaan afscheren. Voor mijn gevoel is dat het beste moment. Na het scheren kan ik dan mijn slaapmutsje opzetten en ’s nachts langzaam wennen aan het idee. Hopelijk werkt mijn strategie, pfff.
Om iets over tienen, knijp ik in de hand van mijn man. Hij kijkt me direct aan en weet hoe laat het is. We zeggen niets, omhelzen elkaar stevig en blijven zo een tijdje zitten. De tranen staan in onze ogen. Hij wrijft via mijn wangen door mijn haar, alsof ook hij afscheid neemt. Precies zoals ik al de hele dag gedaan heb. Geruisloos staan we op, maken alle lampen in de kamer uit en lopen naar de badkamer. De tondeuse en het pakje met de chemo mutsjes liggen al klaar. Het pakketje is met zoveel zorg ingepakt dat het eruitziet als een cadeautje, toch voelt het nu niet zo. Ik ga zitten op het krukje en kijk in de spiegel. Mijn man staat achter me. ‘Ben je zover?’ vraagt hij. Met een diepe zucht, knik ik ja. Mijn gevoel schreeuwt nee, maar het moet gebeuren. Ik kijk mijn man aan en vraag aan hem: ‘En jij?’
‘We kunnen dit samen, schat’, zegt hij met bedrukt gezicht. Ik knik.
Hij legt nog even zijn hand op mijn schouder en zet met zijn andere hand de tondeuse aan. Het trillende geluid gaat door merg en been. Voorzichtig zet hij de tondeuse tegen mijn hoofd, langzaam vallen de eerste plukken op de grond. Ik had me voorgenomen in de spiegel te blijven kijken, maar ik kan het niet. Ik sluit mijn ogen en voel hoe het steeds kouder wordt op mijn hoofd.
Na een tijdje stopt het gezoem. Snel legt hij de tondeuse weg en slaat zijn armen om me heen. We huilen. De tranen blijven stromen. Voorzichtig maak ik mijn ogen open en probeer ik langs mijn man een glimp op te vangen van mezelf in de spiegel. Mijn man kijkt me aan en gaat langzaam aan de kant. Beetje bij beetje zie ik mijn hoofd. Het is meer dan heftig, voor ons allebei. Deze confrontatie met kanker is zo zichtbaar en voelen we in elke vezel.
We nemen de tijd, maar wennen doet het niet. Ik pak het doosje met de chemo mutsen en haal mijn slaapmutsje eruit. Het voelt heerlijk zacht en comfortabel als ik het opdoe. Ik kijk mijn man aan. Hij geeft een tevreden glimlach. ‘Zo wil ik wel naast je slapen vannacht’, grapt hij. En ik… heel graag dicht bij hem.